Godverdomme, NEEEEE, laat dit niet waar zijn! Ik heb pijn en voel een angst die ik nog niet kende.
Het ging zo snel, het kruispunt, het groen licht en de auto die de rechterkant van onze auto raakt op het moment dat we afdraaien.
Ik hoor mezelf nog tegen René roepen; ‘kijk uit!!!!!’, maar de auto is sneller bij ons dan ik mijn zin kan afmaken. Er volgt een doffe klap, duisternis, stilte.
Op het moment dat ik besef dat we echt geraakt zijn zie ik alleen maar airbags om ons heen en voel ik het bloed over mijn gezicht lopen. Ik hoor onze jongste schreeuwen op de achterbank. Angst schiet door mijn lichaam. Ik roep, ‘heb je pijn, heb je pijn!?’ Huilend zegt ze ‘Nee, nee ik heb geen pijn, ik ben bang’. René is aan het checken of iedereen reageert en springt uit de auto om Nika uit de auto te halen.
De auto vult zich ondertussen met rook en ik raak in paniek, in korte tijd is iedereen uit de auto en ik kan de deurklink niet vinden. Waar zit godverdomme die deurklink!!!! Het is een wirwar van airbags, ik krijg geen lucht, “Ik wil niet verbranden! Waar is die deurklink!” Ik verlies de controle en sla tegen de deur en schreeuw; ‘laat me eruit!, Help me! Laat me eruit!’. Niemand reageert. “De paniek maakt plaats voor mijn gedachten; “blijf rustig van Bergen, je kunt hieruit komen” Ik zie de deur van René open staan en dat is mijn escape, ik kruip via de stoel naar buiten en laat me uit de auto glijden. René komt me opvangen hij heeft gezorgd dat de kinderen van het drukke kruispunt af zijn en veilig langs de weg staan.
Insight info: De rook die ik in de auto zag, was geen rook, dit kwam uit de airbags. Het moment tussen de botsing en de auto verlaten leken heel erg lang te duren ondertussen dat dit niet meer dan één minuut heeft geduurd.
We wachten in de berm, inmiddels sneeuwt het maar ik weet niet of ik ril van de kou of van de schrik. Het valt me op hoe iedereen gewoon door rijdt en om de gebotste auto’s slalomt. De rechterkant van de motorkap zit volledig in elkaar. De andere auto is ook behoorlijk aan gort. De bestuurders zitten er nog in. René is ook van zijn stuk af, de vertwijfeling ken ik niet van hem. Ik vraag hem hoe het met de anderen is en of ze niet van dat gevaarlijk kruispunt moeten afkomen. René laat met moeite ons alleen staan, ik zie zijn zorgen en ik zie ook dat zijn gezicht dat mijn gezicht eruit ziet zoals het voelt. Hij vraagt de anderen of ze oké zijn, dat is gelukkig zo, ze willen in de auto blijven zitten.
Nika huilt, Janna is stil. Er komt een dame die hier ervaring mee lijkt te hebben met een zak ijs van het tankstation tegenover het kruispunt. Ze zegt dat 911 is gebeld. Dat stelt me gerust, ik maak me zorgen over de pijn in mijn gezicht. Ze zijn extreem snel ter plekke, de brandweer, politie en een ambulance. Meerdere mensen checken mijn gezicht en stellen vragen om onnodige trauma’s voor te zijn. De paramedics arriveren ook snel en willen mij onderzoeken. Omdat we samen staan te rillen vraag ik of onze kinderen ook mee in de ambulance mogen, dat mag gelukkig. De ambulance ziet eruit alsof hij uit de serie van Chicago Fire is komen rijden met het verschil dat ik hier liever niet in real life in had gezeten. Ik word onderzocht, doorgemeten, schoongemaakt en er zijn geen redenen om naar het ziekenhuis te gaan. Nika begint rustiger te worden, Janna krijgt het besef. Hoe dan ook, mogen we uit de ambulance stappen, bij klachten moet ik me melden.
Omdat we niemand kennen die ons naar huis kan brengen is de politie zo vriendelijk ons thuis af te zetten. Hij is eerst nog bezig en verzoekt ons om in het tankstation te wachten. De medewerker daar probeert het ons zo gemakkelijk mogelijk te maken en biedt mij ijs voor mijn gezicht aan en de kinderen warme chocomelk en René koffie. De kinderen laten wederom hun veerkracht weer eens zien, er worden namelijk al weer grapjes gemaakt als ze ineens beseffen dat het vrijdag de 13de is. Nika ziet het wat somber in; “Vrijdag de 13de is echt een ongeluksdag”, ik kijk haar aan; “Vrijdag de 13de is een ook een geluksdag want we hoeven niet naar het ziekenhuis’. Ze kijkt me aan, knikt en begint tegen Janna te grappen over het kromme plastic vorkje van Taco Bell wat ze zojuist uit haar jas heeft gevist.
Ik pak dit moment om mezelf in een spiegel te gaan bekijken. Ik ga naar het toilet en ‘its not a pretty sight’. Ik zie eruit alsof ik een bokswedstrijd heb verloren van Mohammed Ali (die overigens uit Louisville komt) . Inmiddels begint ook mijn scheenbeen behoorlijk pijn te doen en er zit een brandplek van de riem op mijn jas. Ik veeg het bloed van mijn bloedneus weg. Ik bekijk mijn gezicht van alle kanten om nu ook te zien wat ik voel. In een zinloos momentje probeer ik er nog enigzins presenteerbaar uit te zien. Dat lukt niet. Het besef dat het spiegelbeeld wat ik zie van mij is moet nog komen.
De agent geeft ons een seintje dat hij klaar is en brengt ons thuis. We besluiten eerst tot onszelf te komen en morgen pas onze lievelingsmensen in te lichten. René en ik zetten wat er gebeurd is nog een paar keer op een rij, dat helpt. Er komen ook de ‘wat als’ vragen; ‘wat als ik dit, wat als ik dat, wat als zus, wat als zo’.
‘s nacht is bed blijft de film in mijn hoofd herhalen, ik merk dat René ook nog wakker is. “René? “ja” zegt hij. “Wil je naar huis?”. Het is even stil. “Nee, jij?” “Nee, ik ook niet”.
— Wordt vervolgd —
Update, 19 januari 2023
Het gaat goed met ons. Inmiddels heb ik alleen nog een blauw oog en scheenbeen. Ik heb wel al heel wat ongemakkelijke momentjes achter de rug (in de winkel kijken ze je toch wat vreemd aan). Het belangrijkste is dat we er verder niets aan over hebben gehouden.
De dag na het ongeluk heeft René een nieuwe auto opgehaald. Een mini-van. Hij niet zo blij, de kinderen wel want met een druk op de knop schuiven de achterdeuren open (gadgetjeugd) Afgelopen Zondag zijn we extra gaan rondrijden om ook mentaal hier zo gezond mogelijk uit te komen. We zijn ook over het kruispunt waar we geen voorrang kregen gereden. Dat was spannend, voor ons allemaal. We zitten weer steeds relaxter in de auto, nog niet zoals voor de 13de, maar ik heb er vertrouwen in dat dit ook goed komt.